April 2014

Andersen: “Niet nog een jaar bij Jong Ajax”

Bron: ajax1.nl

Met veel trots werd Lucas Andersen in 2012 gepresenteerd aan het publiek in Amsterdam. Ajax betaalde ruim één miljoen euro voor het Deense talent, maar van een echte doorbraak in het eerste elftal kwam het nog niet. Tegenover het Deense medium BT geeft Andersen toe dat hij het liever ook anders zou zien.

“Het valt tegen. Ik heb wel gemerkt hoe frustrerend het voetballeven, weg van huis, kan zijn. Mijn vriendin is weliswaar bij me en dat maakt het absoluut gemakkelijker, maar het blijft soms malen in mijn hoofd.”

Andersen overweegt transfer

Bron: www.ajaxshowtime.com

'Ik verwacht dat ik volgend jaar meer speeltijd krijg en ik wil graag aantonen dat ik klaar ben voor het grote werk. Ik mis het echt verschrikkelijk om belangrijke wedstrijden te spelen', vertelt de negentienjarige speler, van wie het contract bij Ajax nog doorloopt tot medio 2016. 'Als ik plaatsneem op de tribune of voor de televisie zit, gebeurt het daar. Dan staat er iets op het spel. Jong Ajax speelt weliswaar Jupiler League, maar het is toch anders.'

Andersen wil meer spelen en niet bij Jong Ajax

Bron: www.ajaxlife.nl

Het ziet er wel altijd prachtig uit wat Andersen doet.© Proshots

Van alle Denen momenteel bij Ajax weet Lucas Andersen het minst zijn stempel te drukken. De Deen is pas negentien jaar oud, maar zijn doorbraak blijft al twee jaar uit. En dat zorgt voor enige twijfel. Niet in de laatste plaats bij Andersen zelf.

Andersen speelde in 2014 nog niet een minuut voor het eerste elftal. Zijn optredens beperken zich tot de Jupiler League en zelfs daar is het de ene keer alles en de andere keer niks. Dat klinkt niet alsof het na twee seizoenen volgens het boekje verloopt.

Vermeer en Sigthórsson in Amersfoort

Bron: www.ajax.nl

Op de Amersfoortse basisschool Prins Willem Alexender werd vrijdagmiddag, voor de laatste keer dit seizoen, het Ajax StreetWise scholenproject afgesloten. Ter gelegenheid van deze feestelijke weekafsluiting kwamen Streetwise-ambassadeur Heini Otto, Kolbeinn Sigthórsson en Kenneth Vermeer speciaal naar de Keistad.

Pages